Dakisolatie nodig voor aardgasvrij? Ik ben toch niet gek!

Door Henk Wegkamp & Jim Beerepoot

Iedereen met een woning van vóór 2005 kent dit verhaal: voordat je de stap naar aardgasvrij kunt zetten moet je de woning goed isoleren. Naast glasrenovatie zijn er drie verschillende vormen van isolatie waarmee je de schil van het huis spreekwoordelijk dikke sokken, sjaal en een muts geeft: vloer-, gevel- en dakisolatie.

Volgens de logica van de BENG (Bijna EnergieNeutraal Gebouw; de landelijke norm) is dakisolatie dé belangrijkste vorm van isolatie. Voor nieuwbouw ligt deze isolatie-eis vanuit de BENG op minimaal 6.3 m²K/W, waarbij de minimale isolatie-eis voor de begane grondvloer slechts 3.7 m²K/W is. Uit deze cijfers kun je afleiden dat de grootste winst op het dak te behalen valt. Maar waarom? Hier geldt het principe van warmtebehoud.

De vertrouwde gasgestookte CV-ketel verwarmt de radiatoren. De radiatoren warmen de lucht in de woning op. Warme lucht stijgt op en de warmte verplaatst zich naar de bovenkant van de woning. Via een goed geïsoleerd dak krijgt de warmte minder de kans om de woning te ontglippen. Van de drie isolatiemethodes zou dakisolatie dus duidelijk de hoogste isolatiewaarde moeten hebben. Logisch toch?

Niet echt. De praktijk rekent namelijk anders dan de BENG-rekenmeesters. Bedenk hierbij even het volgende: hoe woon jij zelf het liefst in je woning? Waar verwarm je, en waar minder of helemaal niet?

Denk aan het volgende voorbeeld: je zit op een winterse avond op de bank van je woonkamer tv te kijken. Het is toch redelijk fris. Je draait de thermostaat naar 21 graden en binnen een half uur zit je lekker warm in je woonkamer. Als je uiteindelijk naar boven gaat om te slapen draai je de thermostaat weer omlaag naar 18 graden en ga je boven comfortabel onder je dikke winterdekbed liggen. Het raam of ventilatierooster staat open. Herkenbaar?

In onze ervaring verwarmt minimaal 95 procent van de mensen niet tot nauwelijks op de bovenverdieping. Natuurlijk is er een studeer- of speelkamer boven waar je af en toe een aantal uur verwarmt, maar over het algemeen wordt boven veel minder verwarmd dan beneden. Bij uitzonderlijke lage temperaturen kan het een ander verhaal zijn. Maar hoe vaak komen deze tegenwoordig voor?

Koude winters zitten in het Nederlands collectief geheugen. Maar wist je dat zelfs in de horrorwinter van 1979 de temperatuur gemiddeld 1 graad was en het kwik in deze vier maanden slechts zeven dagen onder de -7 graden uitkwam. Misschien is het tijd voor een andere visie die recht doet aan de portemonnee van de gemiddelde Nederlander?

De meeste woningen in Nederland hebben drie verdiepingen. Mensen verwarmen de begane grond en bijna niemand verwarmt boven op de 1e verdieping. Hier zit de volgende logica achter: de warmte van de begane grond gaat via het plafond en binnenwanden van het trapgat naar boven. Dit warmteverlies van de begane grond maakt dat de eerste verdieping voldoende warm, zo’n 14 tot 18 graden, aanvoelt. Met de slaapkamers op de eerste verdieping is dat voor de meeste mensen de ideale (slaap)temperatuur.

De warmte stijgt daarna verder omhoog. Maar, vlak onder het plafond van de eerste verdieping wordt veel van de warmte weg geventileerd omdat we in Nederland onze slaapkamers (gelukkig) goed willen ventileren. Direct onder het dak, op zolder, is de temperatuur dus nog een aantal graden lager: zo’n 3 tot 6 graden. Hoeveel procent van deze warmte gaat dan vervolgens dan nog verloren? Het antwoord: weinig. Volgens berekeningen op basis van de Passiefhuis Planningspakket (PHPP)-methode gaat het in dergelijke gevallen bij dakisolatie om ongeveer -1% tot –3.5% negatief financieel rendement. Dit ligt ver van het financiële rendement van 8% dat de BENG-logica suggereert.

Conclusie: we rekenen woningeigenaren een energiebesparing voor, die voor 95 procent van de gevallen nooit gerealiseerd kan worden. En dat terwijl dakisolatie ook nog eens het duurste deel van de schilisolatie is. Zo betaal je voor dakisolatie van binnenuit al snel 6.000 euro. En dakisolatie van buitenaf kan zomaar een investering van 17.000 euro vragen. Een investering die zichzelf via energiebesparing niet terugverdient.

In het Woningwaard-maatwerkadvies houden we rekening met hoe bewoners hun woning verwarmen. Wel of niet een open trap? Wel of niet op zolder slapen? En, wel of niet vaak boven verwarmen? De energiebesparing passend bij deze werkelijke situatie leidt tot een eerlijker beeld over rendement en terugverdientijd. Dakisolatie valt in de meeste gevallen negatief uit.

‘Maar wat nou bij een aardgasvrije woning met lagetemperatuurverwarming?’, horen we je zeggen. In de praktijk zien we dat, met vloer- en gevelisolatie aangevuld met isolerend glas, de begane grond zonder problemen met lagetemperatuurverwarming kan worden verwarmd. Afhankelijk van de behoefte aan wooncomfort kan de bewoner op de bovenverdiepingen snel verwarmen met een elektrische radiator of infraroodverwarming. Zo creëer je een situatie die past bij jouw verwarmingsbehoeften én één waarmee je energiezuinig met je woning kunt omgaan zonder kosten te hoeven maken voor dakisolatie.

Met een besparing van 6.000 – 17.000 euro ziet de energietransitie er voor veel bewoners een stuk rooskleuriger uit. Een dak boven je hoofd is belangrijk, een geïsoleerd dak niet altijd.

Let op onze vervolgblog: BENG-eis dakisolatie: gestoord de zomer in

Over de auteurs

Henk Wegkamp is bestuurder bij Woningwaard en stuurt Woningwaard’s rekenmethodiek en maatwerkadviesfunctie aan. Henk is een gecertificeerde Passivhaus-planner en doet al jaren bouwfysisch schadeonderzoek. Als expert streeft Henk naar een goede integratie van isolatie en installatie.

Jim Beerepoot is sinds november 2019 als energietransitie-consultant werkzaam bij Woningwaard. Jim is verantwoordelijk voor de communicatie, marketing en de lopende projecten bij Woningwaard. Hij onderhoudt contact met gemeenten, uitvoerende bedrijven en bewoners.

De Woningwaard wijkaanpak naar aardgasvrij

Door Jim Beerepoot

Alle wijken aardgasvrij in 2050; ‘hoe?’ vraag je je af. De snelheid waarmee we nu verduurzamen zet grote vraagtekens bij die opgave. Waar woningcorporaties wél met hun woningvoorraad aan de slag gaan, blijven particuliere woningeigenaren achter. En laten zij nou net met 57,2% de grootste hoeveelheid woningen bezitten. De vele subsidies voor de verschillende verduurzamingsmaatregelen vanuit de overheid blijken niet genoeg om particuliere woningeigenaren te activeren.

Vanuit onze ervaringen zien we dat een woningeigenaar vaak niet weet wat hij of zij moet doen: welke maatregelen neem ik in welke volgorde? Wat zijn de kosten en besparingen op de lange termijn? En, doe ik er überhaupt goed aan om nu te beginnen? Tegen deze vragen lopen woningeigenaren vroeg of laat aan. Maar waar haal je dan als woningeigenaar je kennis vandaan?

Het verduurzamen van je woning is niet simpel en dus is advies gewenst. Deze gedegen, specifieke adviezen zijn niet zomaar beschikbaar.

Een traditionele manier van advisering, via een scan of via het opmeten van de woning en de persoonlijke uitleg aan de keukentafel, kost veel tijd. Bovendien zijn er niet genoeg adviseurs om heel Nederland bijtijds van een advies op maat te voorzien. Ook is advies op maat duur. Het adviseren van grote groepen particuliere woningeigenaren moet dus makkelijker, sneller en goedkoper.

Hier komt Woningwaard om de hoek. Woningwaard ontwikkelde in samenwerking met RVO, TKI-Urban Energy en VNG Innovatieve Aanpakken een platform met een online maatwerkadvies dat tegen lage kosten grote groepen woningeigenaren van verduurzamingsadvies kan voorzien. Het is gebaseerd op het via bouwtekeningen inmeten van woningtypes in ons online systeem. Hiermee kunnen we tegelijkertijd grote aantallen seriematige woningen adviseren. Deze methode is opschaalbaar en betaalbaar!

De bewoner geeft zijn woongedrag en -wensen aan en het advies past zich hier interactief op aan. We gebruiken hierbij de meest nauwkeurige berekeningsgrondslag: het Passiefhuis Planningspakket (PHPP).

Maar we geven niet alleen advies: het platform is ook ontworpen voor actieve bewonersparticipatie, ondersteuning van energiecoaches en de mogelijkheid om offertes aan te vragen van lokale uitvoerende bedrijven.

Woningwaard gelooft heilig in de wijkaanpak. Nauwe samenwerking tussen Woningwaard, gemeente en bewonerscoöperaties is cruciaal. Via ambassadeurs en wijkbijeenkomsten zorgen we voor enthousiasme in de wijk. In de huidige coronatijden zetten we meer in op online middelen voor het activeren van bewoners. Uit onze ervaringen hebben we geleerd dat buren en andere buurtbewoners elkaar stimuleren.

“Het leeft echt in de wijk. Er is een nieuw elan ontstaan. Mensen vragen aan elkaar hoe het ermee staat”
De heer Looijen, bewoner in De Zilverkamp (proeftuin Aardgasvrije Wijken)

Bewoners die elkaar aanspreken is het vliegwiel dat de wijkenergietransitie op gang brengt. Hoe snel dit gebeurt, weten we nog niet. Het is een proces van vele jaren. Elke bewoner en elke wijk gaat op zijn eigen tempo aan de slag. Woningwaard houdt zijn adviessysteem dan ook voor vele jaren actueel en beschikbaar.

Is aardgasvrij in 2050 een haalbare kaart? We hopen het. In ieder geval is het stap voor stap comfortabeler en toekomstbestendiger maken van de woning voor iedereen een wens. Hier hoopt Woningwaard de komende jaren met zijn adviezen en wijkaanpakken nog veel meer aan bij te dragen.

Interesse gewekt?

Ben je een gemeente en heb je interesse in een samenwerking? Bezoek de gemeentepagina voor het aanmaken van een demo-account en de juiste contactgegevens

Over de auteur

Jim Beerepoot is sinds november 2019 als energietransitie-consultant werkzaam bij Woningwaard. Jim is verantwoordelijk voor de communicatie, marketing en de lopende projecten bij Woningwaard. Hij onderhoudt contact met gemeenten, uitvoerende bedrijven en bewoners.